Iedereen een eigen rol bij de omslagroute.

Sinds november 2019 is de omslagroute het werkproces als mensen zelfstandig in de wijk gaan wonen met een periode ambulante begeleiding. Zorgaanbieders, woningcorporaties en gemeente werken daarbij samen. Irene Weber en Mike Bussink, beoordelaars van het Team Indicaties van de gemeente, vertellen over hun rol en hun ervaringen.

Wat is de omslagroute precies?

Irene: ‘Dat is de naam voor het traject dat mensen doorlopen als ze voor een zelfstandige woning worden voorgedragen door een zorginstelling. Het begint met het beoordelen van de urgentieaanvraag waarna de WoningNet-inschrijving van de cliënt klaar is voor actieve bemiddeling. Woningcorporaties bieden daarna woningen aan de zorgaanbieder aan. Deze beoordeelt voor welke cliënt de woning geschikt is. Mensen krijgen minimaal een jaar begeleiding bij het zelfstandig wonen. Na een jaar, of soms langer, volgt het omklapmoment. Dit kan pas als de zorginstelling en de corporatie het eens zijn dat de cliënt het huurcontract op eigen naam kan krijgen. Vanuit Wonen geven wij daar het definitieve akkoord op.’

Er zijn op die omslagroute dus twee momenten waar jullie als beoordelaars een rol spelen?

Mike: ‘Klopt. Als gemeente hebben wij het mandaat voor het verlenen van de benodigde urgentie. Bij de start gaat het om de vraag of de cliënt zelfstandig kan wonen onder begeleiding. De woonbegeleiders stellen met de cliënt gepersonaliseerde doelen op die aansluiten bij de urgentievoorwaarden. Wij verstrekken dan een urgentie onder voorwaarden. Aan het eind van de omslagroute is het de bedoeling dat diegene voldoende stabiliteit heeft om helemaal zelfstandig te wonen. Als alle gepersonaliseerde doelen zijn behaald, krijgt de cliënt een huurcontract op eigen naam. Wij toetsen de procedure en verlenen de definitieve urgentie. Alle stappen staan op de speciale website voor de omslagroute.’

Die toetsing, hoe gaat dat in zijn werk?

Mike: ‘Onze beoordeling gaat over de formele voorwaarden die gelden voor het urgentiebewijs. De inhoudelijke beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een woning, vindt plaats binnen de zorginstelling. Als je urgent bent, is in principe elke woning een dak boven je hoofd. We maken onderscheid tussen wooneisen en woonwensen. Bij eisen moet je denken aan zaken van medische aard, waardoor iemand bijvoorbeeld een benedenwoning of een woning met lift nodig heeft. Bij woonwensen kan het gaan om een voorkeur voor een bepaalde buurt. Aan die wensen kunnen cliënten geen rechten ontlenen, maar bij de matching proberen de zorginstelling en de corporatie daar wel rekening mee te houden.’

Hoeveel tijd zit er tussen de eerste aanmelding en de toewijzing van een woning?

Irene: ‘Dat kan heel erg verschillen. Soms krijgt een cliënt al binnen twee weken nadat wij de urgentie onder voorwaarden hebben goedgekeurd een woning. De zorginstelling en de corporatie hebben dat vaak al voorbereid. Zij hebben rechtstreeks contact over de matching, daar zitten wij niet tussen. Maar soms zien we ook dat cliënten met een urgentie lang op de wachtlijst blijven staan en niet voor een woning worden voorgedragen. Ik check dan bij de zorginstelling of dat wel klopt. Vaak geven ze aan dat de cliënt toch nog niet klaar is voor de stap naar begeleid wonen.’

Wat is er afgelopen jaar veranderd in jullie werk door die omslagroute?

Irene: ‘Vroeger werden woningen toegewezen na gezamenlijk overleg aan zogenoemde UMO- en UJO-tafels. Nu is het hele proces opgeknipt en zijn wij een schakel in het geheel geworden. Op de website voor de omslagroute kunnen alle betrokken partijen inloggen en de informatie uploaden die nodig is voor een volgende stap in de omslagroute. Daar staat dan alle informatie AVG-proof bij elkaar.’

Mike: ‘Bij de nieuwe werkwijze heeft iedereen zijn eigen expertise. De zorginstelling is gespecialiseerd in de begeleiding. De corporatie heeft het beste zicht op het huurgedrag. Wij bij Wonen gaan over de formele procedure voor de urgentie. Daarbij vertrouwen we op de informatie die zorginstelling en corporatie aan ons verstrekken. We faciliteren, maar beslissen niet. Dat is wennen. Soms is het nog zoeken naar ieders plek in het geheel.’

Meer verhalen