Stap 3: Verdieping

Benodigde tijd voor het overleg: 2 tot 4 uur
Voorbereidingstijd kernteam: 2 tot 3 uur voor maken programma, bedenken van de werkvorm en het verzamelen van data.
Voorbereiding afzonderlijke deelnemers: 1 uur voor het huiswerk.

Voorbereiding

Het kernteam analyseert alvast welke informatie nodig is om het verdiepende gesprek te voeren, verzamelt die data en bepaalt het programma. De onderzoeksadviseur van het stadsdeel speelt een belangrijke rol: deze is het eerste aanspreekpunt voor het verzamelen van informatie van de gemeente en andere openbaar toegankelijke bronnen.

Wellicht is er ook behoefte aan informatie die niet uit openbaar toegankelijke bronnen kan worden gehaald. In dat geval kan het nodig zijn dat de deelnemers op zoek moeten naar de benodigde informatie in hun eigen organisatie of bij andere netwerken. De onderzoeksadviseur kan hierover meedenken. Voor vragen en advies kan je ook contact opnemen met Buurtbalans.

Doel van stap 3

In deze stap gaan de deelnemers met elkaar in gesprek, delen kennis (kwantitatief en kwalitatief) en geven betekenis aan de verzamelde gegevens. Het is handig bij dit gesprek een kaart van de buurt te gebruiken, waarop je informatie kan noteren. Ook is het aan te raden om afspraken te maken over de omgang met data en privacy. Dit betekent dat alles binnen de groep blijft en er geen persoonsgegevens of tot personen herleidbare data op schrift worden gedeeld.

De deelnemers gaan:

  • Aannames toetsen, verder verkennen en komen tot een nieuwe gezamenlijke hypothese.
  • Komen tot een gemeenschappelijk doel: met Buurtbalans willen we bereiken dat …………..
  • Behoefte aan nadere informatie ophalen en afspraken maken over wie wat levert.

Voor het verdiepende gesprek is voldoende tijd nodig. Hoeveel tijd hangt af van de complexiteit van het vraagstuk en het aantal deelnemers. Als het onderwerp ingewikkeld is en er zijn veel deelnemers, dan moet je minstens drie uren uittrekken. Soms moet je er zelfs meer dan één bijeenkomst aan wijden.

Door dit gesprek ontstaat zicht op welke informatie verder nog nodig is. Het is raadzaam je daarbij steeds af te vragen: waarom willen we dit weten? Het risico bestaat dat je meer informatie wilt dan echt nodig is voor het gezamenlijke doel.

Bespreekpunten

  • Wat zien we en weten we?
  • Wat willen we bereiken of onderzoeken?
  • Welke informatie hebben we nog meer nodig? Wie kan dit leveren?
  • Zitten de juiste partijen aan tafel?

Weet je niet waar je ontbrekende informatie kunt vinden, neem dan contact op met Buurtbalans. Soms zijn collega’s of andere partijen bevreesd voor het leveren van informatie die mogelijk tot personen herleidbaar is. In dat geval kun je verwijzen naar de afspraken over het vertrouwelijk omgaan met informatie. Ook binnen de deelnemersgroep kan het nuttig zijn om de bezwaren tegen het delen van informatie te bespreken, bijvoorbeeld met de werkvorm repliek-dupliek.

Resultaat

  • Aangescherpte opdracht
  • Nieuwe onderzoeksvragen
  • Zicht op ontbrekende partijen
  • Actie- en besluitenlijst:
    – Welke mensen nodigen we de volgende keer uit
    – Wie levert welke informatie
    – Huiswerk, bijv. wie levert welke informatie? Denk na over (vul maar in).